Handleiding RAR consoleversie

                             Gebruikershandleiding
                             ~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
                            RAR 6.00  consoleversie
                            ~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
 
                       =-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
                       Welkom bij de RAR-archiveerder!
                       -=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
 
 Inleiding
 ~~~~~~~~~
 
 RAR is een opdrachtregeltoepassing die het mogelijk maakt archiefbestanden
 te beheren op de opdrachtregel. RAR biedt compressie, versleuteling, gegevens-
 herstel en vele andere functies die beschreven worden in deze handleiding.
 
 RAR ondersteunt alleen archieven in de RAR-indeling, welke normaliter de
 bestandsnaamextensie .rar hebben. ZIP en andere indelingen worden niet
 ondersteund. Zelfs als u de .zip-extensie opgeeft bij het maken van een archief
 zal deze nog steeds in de RAR-indeling zijn. Windows-gebruikers kunnen WinRAR
 installeren, die meer archiefsoorten ondersteunt, waaronder de RAR- en ZIP-
 indelingen.
 
 WinRAR biedt zowel een grafische gebruikersinterface ale een opdrachtregel-
 stand. Alhoewel de opdrachtregel-RAR en de grafische WinRAR een een vergelijk-
 bare opdrachtregelsyntax kennen, bestaan er enkele verschillen. Daarom wordt
 het aanbevolen om deze rar.txt-handleiding te gebruiken voor de opdrachtregel-
 RAR (rar.exe in het geval van de Windows-versie) en het WinRAR-helpbestand
 winrar.chm voor de grafische WinRAR (winrar.exe).
 
 
 Configuratiebestand
 ~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
 
  RAR en UnRAR voor Unix leest de configuratie-informatie van het bestand 
  .rarrc in de thuismap van de gebruiker (opgeslagen in de HOME-omgevings-
  variabele) of in de map /etc.
 
  RAR en UnRAR voor Windows leest de configuratie-informatie van het bestand
  rar.ini, die zich in dezelfde map bevindt als rar.exe.
 
  Dit bestand mag de volgende tekenreeksen bevatten:
 
  switches=<RAR-schakelopties, gescheiden door een spatie>
 
  Voorbeeld:
 
  switches=-m5 -s
 
 
  Het is ook mogelijk om losse series met schakelopties op te geven voor 
  afzonderlijke RAR-opdrachten door middel van de volgende syntaxis:
 
  switches_<opdracht>=<een of meerdere RAR-schakelopties, spatiegescheiden>
 
  Voorbeeld:
 
  switches_a=-m5 -s
  switches_x=-o+
 
 
 Omgevingsvariabele
 ~~~~~~~~~~~~~~~~~~
 
  Standaardparameters kunnen worden toegevoegd aan de RAR-opdrachtregel
  bij het instellen van de omgevingsvariabele "RAR".
 
  Voorbeeld: in UNIX kan men volgende regels aan het profiel toevoegen:
 
    RAR='-s -md1024'
    export RAR
 
  RAR zal, in opdrachtregelmodus, deze tekenreeks als standaardparameter 
  gebruiken en een compact archief aanmaken met 1024 KB groot woordenboek.
 
  RAR geeft de opties de volgende prioriteit:
 
    - opdrachtregelschakelopties:          hoogste prioriteit
    - schakelopties in de RAR-variabele:   lagere prioriteit
    - schakelopties weggeschreven in
      configuratiebestand:                 laagste prioriteit
 
 Logboekbestand
 ~~~~~~~~~~~~~~
 
  Als de schakeloptie -ilog in de opdrachtregel of in het configuratiebestand 
  is opgenomen zal RAR, tijdens het verwerken van archieven, opgetreden fouten 
  in een logbestand opslaan.
  
  Lees verder op onder de kop 'Schakeloptie -ilog' voor meer informatie.
 
 Bestandsvolgordelijst voor compacte archiveren - rarfiles.lst
 ~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
 
  rarfiles.lst is een door de gebruiker opgestelde bestandslijst die aan 
  RAR doorgeeft in welke volgorde bestanden moeten worden toegevoegd aan 
  een compact archief.  Dit bestand mag bestandsnamen, jokers en het
  speciale item -$default bevatten.
  De standaardingang bepaalt de positie in de volgordelijst voor de 
  bestanden die niet in de volgordelijst voorkomen. Regels die beginnen 
  met een puntkomma ";" worden als commentaar beschouwd en worden niet 
  verwerkt.
 
  In Windows moet dit bestand geplaatst worden in dezelfde map als RAR,
  of in %APPDATA%WinRAR map, in Unix in de gebruiker zijn home map of in /etc.
 
  Tips om een betere compressie en een hogere snelheid te verkrijgen:
 
  - gelijkwaardige bestanden moeten, indien mogelijk, samen geplaatst 
    worden;
  - vaak gebruikte bestanden moeten aan het begin staan.
 
  Normaalgesproken hebben maskers die verder bovenin de lijst staan
  hogere prioriteit, maar er is een uitzondering op deze regel. Als het
  bestand rarfiles.lst twee bepaalde maskers bevat waarvan alle bestanden
  die door het eerste masker overeenkomen ook door het tweede masker
  overeenkomen, zal het masker dat overeenkomt met een kleinere deel-
  verzameling van bestandsnamen hogere prioriteit krijgen, onafhankelijk
  van zijn positie in de lijst. Bijvoorbeeld, in het geval van de maskers
  *.cpp en b*.cpp zal b*.cpp hogere prioriteit krijgen, dus het bestand
  'bestand.cpp' zal worden meegenomen door het masker b*.cpp, niet *.cpp.
 
 
 Syntax RAR-opdrachtregel
 ~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
 
  Syntax:
 
   RAR <opdracht> [-<schakelopties>] <archief> [<@bestandslijst...>]
       <bestanden...> <uitpakpad>
 
 
  Omschrijving:
 
   Opdrachtregelopties (opdrachten en schakelopties) voorzien in de controle
   bij het aanmaken en beheren van archieven met RAR. De opdracht is een
   tekenreeks (of een letter) die RAR de opdracht geeft om een
   overeenkomstige opdracht uit te voeren.
   Schakelopties zijn ontworpen om de manier waarop RAR werkt aan te passen. 
   Andere parameters zijn: de archiefnaam en de bestanden, die moeten worden
   gearchiveerd of uitgepakt.
 
   Bestandslijsten zijn tekstbestanden die de namen bevatten van bestanden
   die verwerkt moeten worden.
   Bestandsnamen moeten beginnen op de eerste kolom. Het is mogelijk om
   commentaar in de bestandslijst te plaatsen na de //-tekens.
   Bijvoorbeeld: men kan een reservekopie backup.lst aanmaken die volgende
   tekenreeksen bevat:
 
    c:werkdoc*.txt       //reservekopie tekstdocumenten
    c:werkafb*.bmp       //reservekopie foto's
    c:werkoverig
 
   en start dan:
 
    rar a backup @backup.lst
 
   Als men bestandsnamen wil lezen van stdin (standaard-invoer),
   specificeer dan een lege bestandslijst (alleen @). Standaard gebruikt de
   opdrachtregelversie van RAR enkelebyte-codering in lijstbestanden, maar
   dit kan anders ingesteld worden met de schakeloptie -sc<tekenset>l.
 
   Men kan zowel de gebruikelijke bestandsnamen opgeven als bestands-
   lijsten op dezelfde opdrachtregel. Als bestanden noch bestandslijsten 
   werden opgegeven dan wordt *.* verondersteld en WinRAR zal alle
   bestanden verwerken.
   
   Veel RAR-opdrachten, zoals het uitpakken, testen of weergeven, maken het
   mogelijk om jokertekens te gebruiken in de naam van het archief. Als geen
   extensie wordt opgegeven in het archiefmasker, dan neemt RAR '.rar' aan,
   waardoor '*' neer zal komen op alle archieven met de .rar-extensie.
   Als u alle archieven wilt verwerken zonder enige extensie, gebruik dan
   het masker '*.'. Het '*.*' selecteert tot slot alle bestanden. Jokertekens
   worden niet toegestaan bij het inpakken en verwijderen.
 
   In Unix dient u de opdrachtregelparameters van RAR die jokertekens
   bevatten, te omsluiten door apostrof's of aanhalingstekens om te voor-
   komen dat ze worden uitgebreid door de Unix-shell. Bijvoorbeeld, de
   volgende opdracht zal alle *.asm-bestanden uitpakken uit alle *.rar-
   archieven in de huidige map:
   
     rar e '*.rar' '*.asm'
     
 
   De opdracht kan een van deze letters zijn:
 
    a       Bestanden toevoegen aan een archief.
 
            Voorbeeld:
            
            1) alle *.hlp-bestanden toevoegen uit de huidige map naar het
            archief help.rar:
            
            rar a help *.hlp
 
            2) alle bestanden archiveren vanuit de huidige map en submappen
            naar compacte, zelf-uitpakkende volumes met elk een grootte van
            362.000 bytes, waarbij aan elke volume een herstelrecord wordt
            toegevoegd.
 
            rar a -r -v362 -s -sfx -rr save
 
            Omdat geen bestandsnamen zijn meegegeven wordt aangenomen dat
            alle bestanden (*) wordt bedoeld.
 
            3) als speciale uitzondering: als een mapnaam wordt opgegeven als
            een argument en als de mapnaam geen bestandsmaskers bevat en geen
            eindbackslash bevat, dan zal de gehele inhoud van de map en alle
            submappen worden toegevoegd aan het archief, zelfs al is de 
            schakeloptie -r niet meegegeven.
 
            De volgende opdracht zal alle bestanden toevoegen uit de map
            Rasterafbeeldingen en alle submappen naar het RAR-archief:
 
            Afbeeldingen.rar:
 
            rar a Afbeeldingen.rar Rasterafbeeldingen
 
            4) als de mapnaam bestandsmaskers bevat of eindigt op backslashes,
            dan zullen de gebruikelijke regels gelden en is alles wat u dient 
            op te geven is de schakeloptie -r om submappen ook mee te nemen.
 
            De volgende opdracht zal alle bestanden toevoegen uit de map Raster-
            afbeeldingen, maar niet uit submappen ervan, omdat de schakeloptie
            -r niet is opgegeven:
 
            rar a Afbeeldingen.rar Rasterafbeeldingen*
 
 
    c       Commentaar toevoegen aan een archief. Commentaar wordt weergegeven
            wanneer het archief verwerkt wordt. De commentaarlengte is beperkt
            tot 256 KB.
 
            Voorbeelden:
 
            rar c distrib.rar
            
            Ook kan commentaar worden toegevoegd vanuit een bestand, door
            middel van de schakeloptie -z[naam]. De volgende opdracht
            voegt commentaar toe vanuit het bestand info.txt:
 
            rar c -zinfo.txt dummy
 
 
    
    ch      Archiefparameters wijzigen.
 
            Deze opdracht kan worden gebruikt in combinatie met de meeste
            schakelopties om archieven te wijzigen. Het is erg handig
            in combinatie met schakelopties als -cl, -cu, -tl, welke
            niet een eigen opdracht hebben.
            
            Het is hiermee niet mogelijk om archiefgegevens opnieuw in te
            pakken, te versleutelen of te ontsleutelen. Daarnaast kunnen
            er geen volumes mee worden samengevoegd of aangemaakt. Indien
            gebruikt zonder andere schakelopties, dan zal de opdracht 'ch'
            enkel de archiefgegevens kopi‰ren zonder wijziging.
            
            Voorbeeld:
            
            Archieftijd instellen naar het laatste bestand:
            
            rar ch -tl bestand.rar
 
 
    cw      Archiefcommentaar wegschrijven naar opgegeven bestand. 
 
            De opmaak van het uitvoerbestand is afhankelijk van de schakel-
            optie -sc. Indien de uitvoerbestandsnaam niet is opgegeven, dan
            zullen de commentaargegevens worden gestuurd naar stdout.
 
            Voorbeelden:
 
            1) rar cw arc comment.txt
 
            2) rar cw -scuc arc unicode.txt
 
            3) rar cw arc
 
 
    d       Bestanden verwijderen uit het archief. 
 
            Indien het uitvoeren van deze opdracht als resultaat een 
            leeg archief is, dan wordt het lege archief gewist.
 
 
    e       Bestanden uitpakken zonder opgeslagen paden.
 
            Pakt bestanden uit zonder het paddeel, waardoor alle bestanden
            worden gemaakt in dezelfde doelmap.
 
            Gebruik de opdracht 'x' als u volledige padnamen wilt uitpakken.
 
            Voorbeeld:
 
            rar -e -or html.rar *.css css
 
            Pakt alle *.css-bestanden uit het html.rar-archief naar de map
            'css' zonder de opgeslagen paden. Bestanden die uitgepakt zijn 
            die dezelfde naam hebben worden automatisch hernoemd.
 
 
    f       Bestanden in het archief vernieuwen die ouder zijn dan de toe te
            voegen bestanden. Deze opdracht voegt geen nieuwe bestanden toe aan
            het archief. 
 
 
    k       RAR kan vergrendelde archieven niet wijzigen, zodat het vergren-
            delen van belangrijke archieven voorkomt dat ze per ongeluk door
            RAR worden gewijzigd. Een dergelijke bescherming kan vooral nuttig
            zijn in het geval van WinRAR-opdrachten die de archieven in groepen
            verwerken.
 
            Deze opdracht is niet bedoeld (en is ook niet in staat) om
            wijzigingen te voorkomen door andere hulpprogramma's of opzettelijke
            programma's van derden. Het implementeert een veiligheidsmaatregel
            alleen voor toevallige gegevenswijzigingen door RAR.
 
            Voorbeeld:
 
            rar k definitief.rar
 
    i[i|c|h|t]=<tekenreeks>
 
            Zoeken naar een tekenreeks in archieven.
 
            Ondersteunt de volgende optionele parameters:
 
              i - hoofdletterongevoelig zoeken (standaard);
 
              c - hoofdlettergevoelig zoeken;
 
              h - hexadecimaal zoeken;
 
              t - ANSI, UTF-8, UTF-16 en OEM-karaktertabellen gebruiken
                  (alleen Windows-versie);
 
            Indien geen parameters worden opgeven is het mogelijk om de
            vereenvoudigde opdrachtsyntax i<tekenreeks> te gebruiken in
            plaats van i=<tekenreeks>.
 
            Het is mogelijk om de uitbreiding 't' te gebruiken samen met
            andere parameters, bijvoorbeeld: ict=<tekenreeks> voert een
            hoofdlettergevoelig zoekproces uit met alle hierboven
            genoemde karaktertabellen.
 
            Voorbeelden:
 
            1) rar "ic=eerste niveau" -r c:*.rar *.txt
 
            Voert een hoofdlettergevoelig zoekproces uit met als tekenreeks
            "eerste niveau" in alle *.txt-bestanden in *.rar-archiven op
            de C:-schijf.
 
            2) rar ih=f0e0aeaeab2d83e3a9 -r e:teksten
 
            Zoekt naar de hexadecimale tekenreeks f0 e0 ae ae ab 2d 8e e3 a9
            in RAR-archieven in de map e:teksten*.rar
 
 
    l[t[a],b]
            Archiefcommentaar weergeven [technisch [alles], basis].
 
            De opdracht 'l' geeft de kenmerken, grootte, datum, tijd en naam
            van ingepakte bestanden weergeven op een regel per bestand. Als het
            bestand versleuteld is, dan begint de regel met het teken '*'.
 
            'lt' geeft gedetailleerde bestandsgegevens op meerdere regels per
            bestand, waaronder de waarde van de controlegetal van het bestand,
            het besturingssysteem van de maker van het archief, compressie-
            opties en andere parameters.
 
            'lta' geeft niet alleen voor bestanden gedetailleerde gegevens
            weer, maar ook voor bestandskoppen zoals NTFS-stromen of gegevens
            t.b.v. bestandsbeveiliging.
 
            'lb' geeft de basis, dat zijn bestandsnamen met pad, een per regel,
            zonder enige andere gegevens.
 
            U kunt de schakeloptie '-v' gebruiken om de inhoud van alle volumes
            in een volumereeks weer te geven: rar l -v vol.part1.rar
 
            De opdrachten 'lt', 'lta' en 'lb' zijn gelijk aan respectievelijk
            'vt', 'vta' en 'vb'.
 
 
    m[f]    Verplaatsen naar archief [alleen bestanden]. 
 
            Verplaatsen van bestanden en mappen heeft als gevolg dat na een 
            succesvolle inpakhandeling de mappen en bestanden verwijderd wor-
            den. Mappen worden niet verwijderd wanneer de uitbreiding 'f' 
            en/of de schakeloptie '-ed' gebruikt wordt.
 
 
    p       Bestand weergeven naar stdout.
 
            U kunt deze opdracht samen gebruiken met de schakeloptie -inul om
            alle RAR-boodschappen uit te schakelen en alleen bestandsgegevens
            af te drukken. Dit kan belangrijk zijn, wanneer u bijvoorbeeld
            een bestand naar stdout wilt sturen voor gebruik met pijptekens
            ('|').
 
 
    r       Beschadigd archief herstellen.
 
            Een archief herstellen bestaat uit twee fasen.
            Eerst wordt het beschadigde bestand gescand voor een herstel-
            bestand (zie opdracht rr). Als het archief een eerder toegevoegd
            herstelrecord bevat en indien het beschadigde gegevensgebied aan-
            eengesloten is en kleiner dan de grootte van de foutcorrectiecode,
            dan is de kans op een succesvolle reconstructie zeer groot.
            
            Wanneer deze fase voltooid is zal een nieuw archief worden gemaakt,
            welke de naam fixed.archiefnaam.rar zal krijgen, waarbij 'archief-
            naam' het naam van oorspronkelijke (beschadigde) archief is.
 
            Als het archief geen herstelbestand bevat of het archief kan niet
            worden hersteld door te grote schade, zal een tweede fase
            worden doorlopen.
 
            Tijdens deze stap wordt alleen de archiefstructuur opnieuw op-
            opgebouwd en is het onmogelijk om bestanden te herstellen die niet
            voldoen aan de validatie van het controlegetal, het is echter 
            mogelijk om onbeschadigde bestanden te herstellen, die door de 
            beschadiging ontoegankelijk waren.
 
            Dit is meestal nuttig voor niet-compacte archieven. In een
            beschadigd compact archief kan dikwijls enkel het eerste deel voor
            de beschadigde sector worden gerecupereerd. Deze fase is niet 
            efficient voor archieven met versleutelde bestandsnamen, welke 
            alleen hersteld kunnen worden indien een herstelrecord aanwezig is.
 
            Wanneer de tweede fase is voltooid, wordt het reconstrueerde
            archief opgeslagen als rebuilt.archiefnaam.rar, waar 'archiefnaam'
            de naam is van het oorspronkelijke archief is. Standaard worden
            herstelde archieven gemaakt in de huidige map, maar u kunt een
            optionele parameter doelpad toevoegen om een andere doelmap te
            gebruiken.
 
            Voorbeeld:
 
            rar r foutief.rar c:hersteld
 
            Herstelt foutief.rar en plaatst het resultaat in de map
            c:hersteld.
 
 
    rc      Ontbrekende en beschadigde volumes reconstrueren met gebruik van
            herstelvolumes (.rev-bestanden). Men geeft een bestaand volume
            een archiefnaam.
 
            Voorbeeld: 'rar rc backup.part03.rar'
 
            Lees 'rv'-opdrachtbeschrijving voor meer infomatie over
            herstelvolumes.
 
 
    rn      Namen van wijzigen van gearchiveerde bestanden.
 
            De opdrachtsyntax is:
 
            rar rn <archiefnaam> <bronnaam1> <doelnaam1> ... <bronnaamN>
            <doelnaamN>
 
            Bijvoorbeeld, de volgende opdracht:
 
            rar rn gegevens.rar leesmij.txt leesmij.bak info.txt info.bak
 
            Hiermee wordt de naam van het bestand leesmij.txt gewijzigd
            naar leesmij.bak en info.txt naar info.bak in het archief
            gegevens.rar.
 
            Het is mogelijk om jokers te gebruiken in de bron- en doel-
            namen voor eenvoudige naamtransformaties zoals het wijzigen
            van bestandsextensies. Bijvoorbeeld, met:
 
            rar rn gegevens.rar *.txt *.bak
 
            zullen de namen van alle *.txt-bestanden worden gewijzigd
            naar *.bak.
 
            RAR controleert niet of de doelbestandsnaam al aanwezig is
            in het archief, dus let hierbij op dat u geen dubbele namen
            krijgt. Dit is voornamelijk van belang bij het gebruik van
            jokers. Een dergelijke opdracht kan mogelijk gevaarlijk zijn,
            omdat een verkeerde joker alle gearchiveerde namen ongeldig
            kan maken.
 
 
    rr[N]   Gegevens-herstelbestand toevoegen. 
 
            Optioneel kan redundante informatie (herstelrecord) worden toe-
            gevoegd aan het archief. Hoewel de archiefgrootte hiermee verhoogd
            wordt, helpt het om ingepakte bestanden te herstellen in het geval
            van een defecte schijf of ander soort gegevensverlies, aangenomen
            dat de schade niet te ernstig is. Zulk gegevensherstel kan worden
            uitgevoerd met de opdracht "r" (herstellen).
 
            RAR 4.x- en RAR 5.0-archieven gebruiken een verschillend soort 
            structuur en algoritme voor herstelrecords.
 
            Het RAR 4.x-herstelrecord is gebaseerd op het XOR-algoritme. U 
            kunt de 4.x-recordgrootte opgeven als het aantal herstelsectoren
            of als een percentage van de archiefgrootte. Om een sectoraantal
            op te geven, voeg deze direct toe achter 'rr', zoals 'rr1000' voor
            1 000 sectoren. Om een percentage te gebruiken, voeg 'p' of '%' 
            achter het getal toe, zoals 'rr5p' of 'rr5%' voor 5%. Merk op dat 
            .bat- en .cmd-bestanden in Windows het nodig is om 'rr5%%' te
            gebruiken, omdat de opdrachtverwerker een enkel '%'-teken behandelt
            als het begin van een batchbestand-parameter, dus het kan dan
            handiger zijn om 'p' te gebruiken in plaats van '%'.
 
            Herstelsectoren van RAR 4.x zijn 512 bytes groot. Als het bescha-
            digd gebied aaneengesloten is, dan helpt elke sector om 512 bytes
            aan beschadigde gegevens te herstellen. Dit getal kan lager zijn
            in het geval van meerdere schadeplekken. Het maximumaantal herstel-
            sectoren is 524 288.
 
            De grootte van het 4.x-herstelrecord kan bij benadering worden be-
            paald als <archiefgrootte>/256 + <aantal herstelsectoren>*512
            bytes.
 
            Het RAR 5.0-herstelrecord gebruikt Reed-Solomon foutherstelcodes.
            De mogelijkheden om aaneengesloten schadeplekken te herstellen is
            vergelijkbaar met RAR 4.x, waarbij het licht minder gegevens kan
            herstellen dan de grootte van het herstelrecord. Echter, het is
            beduidend efficiënter dan het RAR 4.x-record in het geval van
            meerdere schadeplekken.
 
            Het RAR 5.0-record gebruikt geen 512-byte grote sectoren en u kunt
            de grootte enkel opgeven als een percentage van de grootte van het
            archief. Zelfs als '%' of 'p' niet wordt gebruikt, behandelt RAR
            de waarde als een percentage in het geval van de RAR 5.0-indeling,
            dus zoals 'rr5' als 'rr5p' betekent 5%. Door de overhead van de
            dienstgegevens benadert de werkelijke grootte van het uiteindelijke
            herstelrecord het door de gebruiker opgegeven percentage, waarbij
            het verschil groter is bij kleinere archieven.
 
            De grootte van het RAR 5.0-herstelrecord kan niet de grootte van
            het te beschermen archief overschrijven, wat inhoudt dat u niet
            meer dan 100% als parameter kunt opgeven. Grotere herstelrecords
            worden trager verwerkt zowel bij het maken als bij het herstellen 
            van archieven.
 
            Het RAR 5.0-herstelrecord is beter bestand tegen beschadiging van
            het herstelrecord zelf en kan gedeeltelijk foute herstelrecord-
            gegevens gebruiken. Merk wel op dat de herstelopdracht 'R' niet
            foutieve blokken in het herstelrecord herstelt, alleen bestands-
            gegevens worden hersteld. Na een succesvolle herstelpoging dient u
            mogelijk een nieuw herstelrecord te maken voor de herstelde
            bestanden.
 
            Zowel 4.x- als 5.0-records zijn het meest efficiënt als de
            gegevensposities in het beschadigde archief niet opgeschoven zijn. 
            Als u een archief kopieert van een beschadigd medium door middel
            van bepaalde specialistische software en u hebt hierin de keus om
            beschadigde gebieden op te vullen met nul-tekens of om deze
            gegevens uit het te kopiëren bestanden te verwijderen, dan heeft
            het de voorkeur om deze gebieden op te vullen met nul-tekens of 
            een ander teken, omdat hiermee de oorspronkelijke gegevensposities
            bewaard blijven. Ondanks dat dit geen optimale manier is, proberen
            beide recordversies toch om gegevens te herstellen, zelfs in het 
            geval van verwijderde of toegevoegde gegevens van redelijke 
            hoeveelheid, in het geval dat gegevensposities zijn opgeschoven. 
            Het RAR 5.0-herstelrecord kan efficiënter omgaan met verwijderde 
            en toegevoegde gegevens dan het RAR 4.x-herstelrecord.
 
            Als u de opdracht 'rr' gebruikt zonder enige optionele parameters,
            dan zal RAR de grootte van het herstelrecord standaard instellen 
            op 3% van de archiefgrootte.
 
            Voorbeeld:
 
            rar rr5p archiefnaam
 
            Voegt een herstelrecord toe met een grootte van 5% van de archief-
            grootte.
 
 
   rv[N]    Maken van herstelvolumes (.REV-bestanden), die later gebruikt
            kunnen worden om ontbrekende of beschadigde bestanden in een
            volumereeks te reconstrueren.
            Deze opdracht is alleen zinvol voor veeldelige archieven en men
            moet de archiefnaam opgeven van het eerste volume.
 
            Voorbeeld:
 
            rar rv3 data.part01.rar
 
            Deze opdracht kan handig zijn voor het maken van reservekopieën,
            of wanneer men veeldelige archieven plaatst in een nieuwsgroep en
            sommige leden niet alle bestanden hebben ontvangen.
            Het posten van herstelvolumes i.p.v. gewone volumes kan het aantal
            herplaatsingen sterk verminderen.
 
            Elk herstelvolume is in staat om één ontbrekend of beschadigd RAR-
            volume te reconstrueren. Indien men 30 volumes heeft en 3 
            herstelvolumes, dan kan men 3 ontbrekende volumes reconstrueren.
            Reconstructie is onmogelijk indien het aantal .rev-bestanden
            kleiner is dan het aantal volumes. Het totaalaantal van normale 
            en herstelvolumes mag niet hoger zijn dan 255 voor de RAR 4.x-
            archiefindeling en 65.535 voor de RAR 5.0-archiefindeling.
 
            Oorspronkelijke RAR-volumes mogen niet worden gewijzigd na het
            aanmaken van herstelvolumes. Het herstelalgoritme gebruikt gegevens
            die zijn opgeslagen in zowel REV-bestanden als RAR-volumes om
            ontbrekende RAR-volumes opnieuw op te bouwen. Wanneer u dus RAR-
            volumes wijzigt, dus als u deze bijv. vergrendeld, nadat u REV-
            bestanden heeft aangemaakt, dan zal het herstelproces mislukken.
 
            Bovenop herstelgegevens slaan RAR 5.0-herstelvolumes ook dienst-
            gegevens toe zoals controlegetallen van beschermde RAR-bestanden.
            Deze zijn hierdoor licht groter dan de RAR-volumes die ze
            beschermen. Indien u van plan bent om individuele RAR- en REV-
            bestanden te kopiëren naar bepaalde verwijderbare media, houd hier
            dan rekening mee en geef als RAR-volumegrootte een aantal kilobytes
            minder op dan de grootte van het medium.
 
            De optionele <N>-parameter bepaalt het aantal aan te maken
            herstelvolumes en moet kleiner zijn dan het volledig aantal te
            maken volumes in het RAR-volumereeks.
            Het procentteken of het 'p'-teken mag aan deze parameter toegevoegd
            worden. Dan zal het aantal aangemaakte rev-bestanden gelijk zijn aan
            het percentage berekend van het totaal aantal aangemaakte RAR-
            volumes. Voorbeeld:
 
            rar rv15% data.part01.rar
 
            RAR reconstrueert ontbrekende volumes m.b.v. de 'rc'-opdracht of
            automatisch, indien het volgend volume niet kan worden gevonden,
            maar wel een passend aantal .REV-bestanden tijdens het uitpakken.  
 
            Namen van oorspronkelijke kopieën van beschadigde volumes worden
            gewijzigd naar *.rar voordat begonnen wordt aan de reconstructie.
            Bijvoorbeeld, volumenaam.part03.rar wordt gewijzigd naar
            volumenaam.part03.rar.bad.
 
 
    s[naam] Archief omzetten naar SFX. Het archief wordt samengevoegd met
            een SFX-module (gebruikmakend van de default.sfx-module of een
            module opgegeven in de schakeloptie).
 
            In de Windows versie moet default.sfx geplaatst worden in dezelfde
            map als rar.exe, in Unix - in de hoofdmap van de gebruiker,
            in /usr/lib of in /usr/local/lib.
 
    s-      SFX-module verwijderen uit een reeds bestaand SFX-archief.
 
            RAR maakt een nieuw archief aan zonder de SFX-module, het originele
            SFX-archive wordt niet verwijderd.
 
    t       Archiefbestanden testen. 
 
            Deze opdracht voert een test uit waarbij bestanden worden 
            uitgepakt, zonder iets weg te schrijven, om de geldigheid van de 
            bestanden te testen. 
 
            Voorbeelden:
 
            Test archieven in huidige map:
 
            rar t *
 
            of voor Unix:
 
            rar t '*'
 
            De gebruiker kan alle archieven in onderliggende mappen testen
            beginnend vanuit het huidig pad:
 
            rar t -r *
 
            of voor Unix:
 
            rar t -r '*'
 
 
    u       Bestanden bijwerken in archief.
 
            Voegt bestanden toe die nog niet voorkomen in het archief en werkt
            ingepakte bestanden bij die ouder zijn dan de bestanden die toe-
            gevoegd worden.
 
    v[t[a],b]
            Uitgebreide archiefcommentaar weergeven [technisch [alles], basis].
 
            De opdracht 'v' geeft de kenmerken, grootte, ingepakte grootte,
            compressieverhouding, datum, tijd, controlegetal en naam
            van ingepakte bestanden weer op een regel per bestand. Als het
            bestand versleuteld is, dan begint de regel met het teken '*'.
            Voor het BLAKE2sp-controlegetal worden alleen de eerste twee 
            en het laatste teken weergeven.
 
            'vt' geeft gedetailleerde bestandsgegevens op meerdere regels per
            bestand, waaronder de waarde van de controlegetal van het bestand,
            het besturingssysteem van de maker van het archief, compressie-
            opties en andere parameters.
 
            'vta' geeft niet alleen voor bestanden gedetailleerde gegevens
            weer, maar ook voor bestandskoppen zoals NTFS-stromen of gegevens
            t.b.v. bestandsbeveiliging.
 
            'vb' geeft de basis, dat zijn bestandsnamen met pad, een per regel,
            zonder enige andere gegevens.
 
            U kunt de schakeloptie '-v' gebruiken om de inhoud van alle volumes
            in een volumereeks weer te geven: rar v -v vol.part1.rar
 
            De opdrachten 'vt', 'vta' en 'vb' zijn gelijk aan respectievelijk
            'lt', 'lta' en 'lb'.
 
 
    x       Bestanden uitpakken met volledig pad.
 
            Voorbeeld:
 
            1) 10cent.txt uitpakken naar de huidige map zonder het archief-
               commentaar weer te geven
 
               rar x -c- dubbeltje 10cent.txt
 
            2) *.txt uitpakken van docs.rar naar de map c:docs
 
               rar x docs.rar *.txt c:docs
 
            3) de gehele inhoud van docs.rar uitpakken naar de huidige map
 
               rar x docs.rar
 
 
    Schakelopties (gebruiken in combinatie met een opdracht):
 
 
    -?      Help bij opdrachten en schakelopties weergeven. Hetzelfde wanneer
            niets of een ongeldig opdrachtregel wordt ingevoerd.
 
 
    --      Stopt het zoeken naar schakelopties.
 
            Deze schakeloptie duidt aan dat er geen schakelopties meer in de
            opdrachtregel staan.
            Dit kan nuttig zijn als de archiefnaam start met een '-'.
            Zonder de '--'-schakeloptie zou zo'n naam worden opgevat als
            schakeloptie.
 
            Voorbeeld:
 
            alle bestanden van huidige map in een compact archief toevoegen:
            '-RareNaam'
 
            RAR a -s -- -RareNaam
 
 
    -ac     Bestandskenmerk "Archief" weghalen na in- of uitpakken
            (Alleen Windows-versie).
 
            Als deze wordt gebruikt om in te pakken, dan zal het bestandskenmerk
            "Archief" worden weggehaald voor bestanden die met succes ingepakt
            zijn. Indien gebruikt om uit te pakken, dan zal WinRAR het kenmerk
            "Archief" weghalen voor uitgepakte bestanden. Deze schakeloptie 
            heeft geen invloed op mapkenmerken.
 
 
    -ad[1,2]
            Doelpaden afwisselen.
 
            Deze optie kan handig zijn wanneer een groep archieven wordt
            uitgepakt. De schakelopties -ad en -ad1 zorgen ervoor dat een af-
            zonderlijke map wordt gemaakt voor bestanden die van elk individueel
            archief uitgepakt worden. Deze afzonderlijke mappen worden gemaakt
            in de doelmap voor -ad en in elk archief voor -ad1.
 
            De schakeloptie -ad2 plaatst uitgepakte bestanden direct in de map
            van elk archief. Er worden geen afzonderlijke mappen gemaakt.
 
            De parameter voor de doelmap wordt genegeerd voor de schakelopties
            -ad1 en -ad2.
 
            Bijvoorbeeld:
 
            1) rar x -ad *.rar gegevens
 
            RAR maakt voor elk uitgepakt archief onderliggende mappen
            binnen 'gegevens'.
 
            2) rar x -r -ad1 arc*.rar
 
            RAR zoekt recursief de map 'arc' door op *.rar-archieven en maakt
            onderliggende mappen aan voor elke archiefmap.
 
 
    -ag[formaat]
 
            Voegt de huidige datum en tijd toe aan een archief bij het aanmaken
            of verwerken ven een archief. Het is nuttig voor dagelijkse 
            reservekopieën. 
 
            Het formaat van de datum wordt bepaald door de bijkomende formaat-
            parameter of door "YYYYMMDDHHMMSS" als deze parameter niet aanwezig
            is. De tekenreeks mag de volgende karakters bevatten:
 
            Y    jaar
            M    maand
            MMM  maand als tekst (jan, feb, enz.)
            W    weeknummer (een week start met maandag)
            A    dag van de week (maandag is 1, zondag is zeven)
            D    dag van de maand
            E    dag van het jaar
            H    uren
            M    minuten (opgevat als minuten indien opgegeven na 'H')
            I    minuten (opgevat als minuten onafhankelijk van 'H'-positie)
            S    seconden
            N    archiefnummer. RAR zoekt naar al bestaande archieven met de
                 gegenereerde naam en indien deze wordt gevonden, zal het
                 archiefnummer opgehoogd worden totdat er een unieke naam wordt
                 gegenereerd.
                 Het formaatteken 'N' wordt niet ondersteund bij het maken van
                 volumes. Bij het uitvoeren van niet-inpaktaken zoals
                 uitpakken, kiest RAR het bestaande archief voorafgaande aan
                 de eerste ongebruikte naam of stelt 'N' in op 1 indien zo'n
                 archief niet voorkomt.
 
            Elk van de tekens hierboven weergegeven stelt een enkel teken voor
            in het archiefnaam. Bijvoorbeeld: gebruik WW voor een weeknummer 
            met altijd twee cijfers (eventueel voorloopnul) of YYYY om het 
            jaar weer te geven in 4 cijfers. Als het eerste teken van de 
            tekenreeks een '+' is, dan wordt de datum voor de archiefnaam 
            geplaatst.
 
            Als het eerste teken in de tekenreeks 'F' is, dan zal de rest van
            de tekenreeks de standaardformaattekst voor de schakeloptie -ag
            voorstellen. Een dergelijke schakeloptie '-agf<standaardformaat>'
            is alleen van praktisch nut als deze in het configuratiebestand
            rar.ini of de RAR-omgevingsvariabele wordt geplaatst. Bijvoorbeeld,
            als we de RAR-omgevingsvariabele instellen op -agfYYYY-MMM-DD, dan
            kan verder de schakel

Eerst even testen?

Download snel uw 40 dagen gratis probeerversie van RAR of WinRAR!

Download de testversie Disclaimer